Welkom

Veel nieuwsgierige geesten komen naar onze avonden voor belangstellenden en stellen vragen op online fora omdat ze geïnteresseerd zijn in de spirituele, occulte en esoterische dimensies van de vrijmetselarij.

In 2014 ben ik ingewijd. Daarvoor had ik al een hele spirituele zoektocht achter de rug. Sinds mijn puberjaren, zo’n 20 jaar eerder, las ik veel over religie, mythologie, esoterie en noem maar op. Het zwaartepunt verschoof in de loop van de jaren, maar de hoeveelheid boeken die ik doorwerkte was redelijk constant. Mijn bibliotheek groeide en ook de diversiteit aan onderwerpen. Vrijmetselarij maakte daar maar een klein deel van uit.

René Guénon (1886-1951), één van de groten uit wat wordt genoemd de “Traditionalistische School” schreef uitgebreid over esoterie. Hij was van mening dat er in het Westen nog maar twee “echte” esoterische genootschappen over waren, de Compagnonnage en de Vrijmetselarij, maar in de jaren 1930 vreesde hij al dat dit voor de Vrijmetselarij niet lang meer zou gelden. Later in zijn leven schijnt hij zijn eerdere bewering ook al te hebben herroepen.

Wat ik las en hoorde over de hedendaagse Vrijmetselarij uit voornoemde en andere bronnen stemde me niet heel positief. Toch heb ik uiteindelijk besloten om de proef op de som te nemen. Ik ben een van diegenen waarnaar wordt verwezen in het openingscitaat van De Mystieke School, maar ik was vanaf de start al kritisch.

Sinds ik lid ben, lees ik veel meer over Vrijmetselarij dan voorheen, van geschiedenis tot ritualen en exotische systemen. Ik heb nu toegang tot materiaal waartoe ik dat eerder niet had. Zo heb ik een abonnement op Thoth. Thoth stemt mij enigszins treurig. In maar een paar jaar tijd lijkt de nadruk te schuiven richting een “Vlaamse” versie van de Vrijmetselarij, meer moralistisch, gericht op de maatschappij, de diepgang ontbreekt, sommige symbolen worden steeds weer ter discussie gesteld. Er wordt regelmatig geschreven over teruglopende ledenaantallen en hoe jongeren kunnen worden geïnteresseerd en daarna, hoe ze binnen boord worden gehouden. De suggesties spreken me niet vaak aan en ik denk dat ik behoor tot de groep waarover het gaat.

Af en toe klinkt er een ander geluid, in Thoth en daar buiten. De eerder geciteerde Mystieke School schroomt niet om felle kritiek te uiten. “Een teken aan de wand dat na het inhoudsloos maken van de ritualen, nu ook de broederschap inhoudsloos is geworden”.

Steeds weer de discussie over het “moderniseren” van de ritualen. Is de Bijbel nog wel van deze tijd? Willen we nog wel een verwijzing naar het ‘hogere’?
Mensen snappen niet meer dat het om symbolen gaat, niet om verwijzingen naar een bepaalde (interpretatie van) een religie.

Spirituele centra in Nederland, en wereldwijd, zitten stampvol. Maar doordat we alle spiritualiteit uit de vrijmetselarij hebben gehaald, kunnen we geen aansluiting vinden bij deze maatschappelijke – en menselijke – behoefte.

Om de Mystieke School nog maar eens te citeren.

Ik heb deze website opgezet om wat gedachten te delen over esoterie en Vrijmetselarij. Persoonlijk ben ik van mening dat de Vrijmetselarij zich niet moet ‘aanpassen aan de maatschappij’, zij zou moeten doen waarvoor ze bedoeld is: een plek bieden waar mensen zich (geestelijk) kunnen ontwikkelen. Zij zou meer de verwachtingen van de “nieuwsgierige geesten” uit het begincitaat moeten waarmaken. Die “nieuwsgierige geesten” zijn er, maar als blijkt dat Vrijmetselarij een “lege doos” is, waar de activiteiten vaak verenigingstechnisch zijn en waar (Maçonnieke) inhoud ontbreekt, blijven er leden vertrekken binnen een paar jaar na het bereiken van hun meestergraad (of eerder).