In hun pas gepubliceerde Zonder Blinddoek (dat ik nog niet uit heb) verwijzen Huub Lazet en Ruud Luder naar de “Ars Memoria”, de geheugenkunst. Dat onderwerp heb ik onlangs wat uitgebreider onder handen gehad met het boek Memory Palaces & Masonic Lodges van Charles Jameux dat in 2014 in het Frans verscheen, maar in 2019 een Engelse vertaling kreeg.
Het werk van Jameux is vooral een samenvoeging van twee relatief bekende werken, The Art Of Memory van Frances Yates (1966) en The Origins of Freemasonry van David Stevenson (1988).
Yates’ boek gaat natuurlijk niet over Vrijmetselarij, maar ze suggereert wel dat Vrijmetselarij wel eens een overblijfsel van de ars memoria uit de Renaissance zou kunnen zijn. Stevenson, een niet-Vrijmetselaar- schreef een boek waarin hij vooral het Schotse deel van de geschiedenis belicht en waarin hij de nadruk legt op het feit dat in de tweede Shaw statuten (1599) de geheugenkunst expliciet als eis voor de Vrijmetselaar wordt genoemd en dat er meer Hermetica bij kwam kijken dan alleen een goed getraind geheugen.
Samen met de ideeën van Claudie Balavoine (mij verder onbekend) weeft Jameux hier een verhaal waarin aannemelijk wordt gemaakt dat er iets zit in de opmerking van Yates.
Het is niet zo dat het boek van Jameux echt nieuwe informatie of inzichten bevat, maar het werk brengt wel een enigszins gestructureerde onderbouwing van de hypothese (hoewel het boek niet enorm goed is geschreven) en maakt daarom een lezenswaardig boek.