René Guénon (1886-1951) was een ongemeend interessant denker die in mijn optiek te weinig bekend is bij Vrijmetselaren, ook bij ‘esoterische’ Vrijmetselaren. Guénon heeft vrij uitgebreid geschreven over Maçonnieke symboliek en zijn insteek is altijd toch weer net was anders dan wat je meestal ziet.
Guénon schreef niet veel boeken, maar wel heel veel artikelen en deze zijn, vaak na zijn dood, gebundeld in boeken. In 1962 verscheen Symboles Fondamentaux de la Science Sacré. Dit boek is twee keer verschenen in het Engels. In 1995 is het boek vertaald door Alvin Moore en verschenen als Fundamental Symbols. In 2001 verscheen een vertaling van Henri Fohr onder de titel Symbols Of Sacred Science.
Voor een kleine inkijk in het werk van Guénon heb ik het korte hoofdstuk over het Alziend Oog gekozen. Het betreft dus een tekst die is vertaald naar het Engels vanuit het Frans (ik heb de vertaling van Moore gebruikt) en die ik met behulp van Google weer heb vertaald naar het Nederlands. Er zal dus wel wat nuance verloren zijn gegaan.
Het Alziend Oog
Een van de symbolen die zowel in het christendom als in de vrijmetselarij voorkomen, is de driehoek waarin het Hebreeuwse Tetragrammaton staat, of soms slechts een yod, eerste letter van het Tetragrammaton, die in deze context als een afkorting kan worden beschouwd en die in het kader van haar voornaamste betekenis op zichzelf ook een goddelijke naam vormt, en in de eerste plaats vooral volgens bepaalde tradities. Soms wordt ook de yod zelf vervangen door een oog, algemeen aangeduid als ‘Het Alziend Oog’. De gelijkenis in vorm van de yod en het oog kan zich in feite lenen voor een assimilatie die talrijke betekenissen heeft en waarover, zonder te beloven ze hier volledig uit te diepen, interessant zou kunnen zijn om tenminste enkele bijzonderheden te geven.
Allereerst moet worden opgemerkt dat de betreffende driehoek altijd een centrale positie inneemt en dat deze in de Metselarij uitdrukkelijk tussen de zon en de maan wordt geplaatst. Hieruit volgt dat het oog binnen deze driehoek niet mag worden weergegeven in de vorm van een gewoon linker of rechter oog, want in werkelijkheid zijn het de zon en de maan die respectievelijk overeenkomen met het rechteroog en het linkeroog van ‘Universele Mens’ voor zover hij wordt geïdentificeerd met de Macrokosmos. Opdat de symboliek geheel correct zou zijn, moet dit oog een ‘frontaal’ of ‘centraal’ oog zijn, dat wil zeggen een ‘derde oog’, waarvan de gelijkenis met de yod nog opvallender is; en het is in feite dit ‘derde oog’ dat ‘alles ziet’, in de perfecte gelijktijdigheid van het eeuwige heden. In dit opzicht is er een onnauwkeurigheid in gewone weergaven die in de figuur een ongerechtvaardigde asymmetrie introduceren, ongetwijfeld doordat de weergave van het ‘derde oog’ in de westerse iconografie enigszins ongebruikelijk lijkt; maar iedereen die deze symboliek goed begrijpt, kan het gemakkelijk rechtzetten.
De recht opstaande driehoek heeft betrekking op het Principe; maar wanneer het wordt omgekeerd door reflectie in manifestatie, lijkt de blik van het oog dat het bevat enigszins naar beneden gericht te zijn, dat wil zeggen, van het Principe naar manifestatie zelf; en afgezien van zijn algemene betekenis van ‘alomtegenwoordigheid’, krijgt hij dan duidelijker de specifieke betekenis van ‘voorzienigheid’. Aan de andere kant, als wordt gedacht dat deze reflectie meer betrekking heeft op de mens, moet worden opgemerkt dat de vorm van de omgekeerde driehoek hetzelfde is als het geometrische schema van het hart: het oog in het midden is dan precies het ‘oog van het hart’ (ayn al-qalb, in de islamitisch esoterie), met alle betekenissen die hierin besloten liggen. Er zij aan toegevoegd dat het hart dankzij het oog volgens een andere bekende uitdrukking ‘open’ is (al-qalb al-malftuh); deze opening. oog of yod, kan symbolisch worden voorgesteld als een wond, en we herinneren ons in dit verband het stralende hart van St Denis d’Orques waarover we al spraken, en waarvan een van de meest opmerkelijke bijzonderheden precies is dat de wond (of wat er op lijkt) een opvallende gelijkenis met de vorm van een yod heeft.
Dit is nog niet alles: zelfs terwijl het het ‘oog van het hart’ vertegenwoordigt, zoals we net hebben gezegd, vertegenwoordigt de yod, volgens een van zijn hiëroglyfische betekenissen, ook een zaadje in het hart, symbolisch gelijkgesteld met een vrucht; en dit kan bovendien zowel in macrokosmische als in microkosmische zin worden opgevat. In zijn toepassing op de mens moet deze laatste opmerking worden vergeleken met de relatie van het ‘derde oog’ met de luz, waarvan het ‘frontale oog’ en het ‘oog van het hart’ twee verschillende lokalisaties vertegenwoordigen, en die is ook de ‘pit’ of het ‘zaad van onsterfelijkheid’. Wat in bepaalde opzichten ook weer erg belangrijk is, is dat de Arabische uitdrukking ‘ayn al-khuld‘ de dubbele betekenis heeft van ‘oog van onsterfelijkheid’ en ‘fontein van onsterfelijkheid’ en dit brengt ons terug naar het idee van de ‘wond’, want in de christelijke symboliek is het ook naar de ‘fontein van onsterfelijkheid’ dat de dubbele stroom van bloed en water die uit het hart van Christus ontsnapt, verwant is. Het is deze ‘drank van onsterfelijkheid’ die volgens de legende werd verzameld in de Graal door Joseph van Arimathea; en tenslotte zullen we in dit verband eraan herinneren dat de beker zelf een symbolisch equivalent is van het hart, en dat het net als het hart ook een van de symbolen is die traditioneel schematisch worden weergegeven in de vorm van de omgekeerde driehoek.
In een andere tekst wijst Guénon er op dat in kerken het Alziend Oog over het algemeen boven (of over) het altaar te zien is waar over het algemeen ook een gekruisigde Christus hangt. De combinatie maakt een apart verband met het alchemistische element Sulfur.