Categoriearchief: Alchemie boek

Hier hebben we dan het derde gepubliceerde boek in Earnshaw’s serie, maar Amazon noemt het deel 1. De nadruk zou liggen op de eerste graad, maar er staan ook delen die zijn geschreven “met de derde graad in het achterhoofd”. Het wordt in dit boek ook duidelijker dat de schrijver moeite had met het verdelen van de tekst van één boek over drie kleinere boekjes.

Er is weer een groot deel geschiedenis. Deze keer is dat interessanter dan in het vorige boek Freemasonry: The Quest For Immortality. Het gaat weer over de contacten van en de invloeden op “the first three Grand Masters”. Het pas alleen niet heel goed bij de rest van dit deel.

Plotseling schiet het onderwerp naar een ander stuk geschiedenis. De kolonisatie en vooral de kerstening in het verre Oosten. Een Chinese bekeerling maakte een reis door Europa waar door de opbloeiende handel “all things Chinese” toch al populair waren en het lijkt er op dat deze Shen FuZong een aardige invloed heeft gehad op het denken van sommige personen rond de oprichting van de eerste Grootloge. Langs deze weg verklaart de auteur de sterke overeenkomsten tussen de Daoïstische inwijding en die in de Vrijmetselarij.

Zijn overeenkomsten en argumenten zijn niet altijd overtuigend, maar hij heeft wel een erg boeiend en weinig onderzocht spoor gevonden van een van de mogelijke invloeden op de Maçonnieke ritualistiek.

Aangezien de Alchemie volgens de auteur in China ontstond, hebben we hier ook een route voor die invloed. Ook dit deel gaat dus weer deels over alchemie.

Inderdaad, weer een interessant boek om te lezen.

Zie ook:

• Freemasonry: Spiritual Alchemy (september 2019)
• Freemasonry: The Quest For Immortality (december 2019)

De Britse uitgever Lewis Masonic kondigde een nieuw boek aan van een mij onbekende schrijver: Christopher Earshaw. Dat klinkt interessant. Lewis Masonic schijnt nog een boek van Earshaw te hebben. Ook dat klinkt interessant.

In 1716 four Lodges of Operative Masons met at the Apple Tree Tavern in London and decided to create a “Grand Lodge” to reorganize Freemasonry, which was slowly dying out. After the establishment of the Premier Grand Lodge the next year, 1717, one of the Lodges, the Rummer and Grapes, took a decidedly new direction that resulted in the creation of what would later become known as Speculative Freemasonry, the basis of modern Freemasonry. However, as there is very little documentation from this period, many questions are left unanswered:
•Why three educated and busy men decided to rewrite the ritual of a stonemasons’ guild, when they were neither stonemasons nor manual workers.

•Why the first three Grand Masters gave eight years of their life to this cause. Not only that, but why thought it necessary to add a third degree to the ritual.

•Why the literati and aristocracy of Europe were motivated to join these three men, an antiquarian, a Huguenot priest and a possible alchemist, in a room above a tavern to study the new degrees.

•Why there is a “key to the rituals” that Desaguliers referred to in the Constitutions of 1723.

•Why the first three Grand Masters were interested in “making good men better,” when they were not philanthropists.

•Why the first three Grand Masters used steganography to hide secrets in the rituals, making them a puzzle for Freemasons to discover.

•Lastly, and probably most importantly, why the English nobility (and later royalty) believed so strongly in what these three men had conceived that they lent their names to the enterprise by becoming its figurehead, Grand Masters.

This book answers these questions, and more!